In de 19e eeuw kende Cuba twee revolutionaire burgeroorlogen. De strijd toen was tegen de koloniale overheersing door Spanje. In beide oorlogen speelde José Marti een rol, in de tweede is hij gesneuveld (19 mei 1895). Een overwinning in de tweede burgeroorlog is de revolutionaire strijders ontnomen door ingrijpen van de Verenigde Staten (1898). Dit ingrijpen leidde tot een Spaans-Amerikaanse oorlog. De uitkomst hiervan was dat Cuba, hoewel in naam onafhankelijk, een periode van herhaaldelijke Amerikaanse interventie inging. De Amerikaanse basis bij Guantanamo Bay is hiervan een nog altijd zichtbaar resultaat. De opéénvolgende presidenten waren veelal corrupte stromannen van de Verenigde Staten en de economie werd gedomineerd door Amerikaanse bedrijven die het grootste deel van de landbouwgrond in bezit hadden.